EerlijkoverGod
  • Home
  • Wat geloven wij
  • FAQ
  • Verhalen
  • Blog
  • Wie zijn wij
  • Contact
  • IZG

Hoe moest het verder? Hoe lang had ik nog te leven? Mijn kinderen, ik zou ze niet zien trouwen, geen kleinkinderen...

30/1/2018

 
Foto
Vandaag ontmoet ik Cor, een man van rond de 50 met een enorm blijde uitstraling op zijn gezicht. Terwijl hij op een barkruk zit, kom ik er al snel achter wat deze vader van 2 kinderen heeft moeten doorstaan in de afgelopen 2 jaar...
Cor begint zijn verhaal in 2015. Al geruime tijd heeft hij enorme last van zijn rug. Hij slikt veel pijnstillers om toch maar te kunnen functioneren. Zijn pijn wordt alsmaar heftiger en op Hemelvaartsdag is het niet meer vol te houden. De pijn straalt inmiddels ook uit naar zijn buik. Tevergeefs bezocht hij al een paar keer de huisartsenpost. Hij besluit op 15 mei 2015 naar de huisarts te gaan, die meteen doorheeft dat het niet goed gaat met Cor. Hij wordt direct doorverwezen naar de eerste hulp. Zelf is hij ervan overtuigd dat hij door de vele pijnstillers een maagzweer heeft opgelopen, wat de extreme pijn in zijn buik veroorzaakt. Maar, nadat dit is uitgesloten, heerst er bij Cor verbijstering. Aangezien het geen optie was hem weer met zijn vrouw mee naar huis te sturen, wordt hij opgenomen in het ziekenhuis en komt hij in de malle molen van diverse onderzoeken.
Na 3 dagen van wachten, begint de zaalarts vragen te stellen over hartafwijkingen of kanker binnen de familie. Cor is hier echter niet mee bekend en zijn familie evenmin. Die vraag komt wel binnen bij Cor. Hij wordt onrustig en vraagt of de artsen denken aan kanker. De dokter geeft aan dit niet uit te kunnen sluiten, maar dat er later op de middag een andere arts met hem zal gaan praten die daarin gespecialiseerd is. De arts vertelt dat ze wat verdachte plekjes hebben gezien, maar dat hier verder onderzoek naar gedaan moet worden. “Die middag moest ik worden overgebracht naar de oncologieafdeling. Gelukkig kreeg ik daar een kamer voor mij alleen, waar ik veel familie en vrienden kon ontvangen, maar ook tijd had om mijn zorgen bij God te brengen.”
Na een week met veel onderzoeken, krijgt Cor te horen dat ze aan het eind van de middag met de oncoloog een familiegesprek zullen hebben. “Tot onze ontsteltenis vertelt de oncoloog ons dat ik een agressieve kankersoort heb die niet te genezen is. Het heeft mijn bekken zwaar aangetast. Een rugwervel is aangevreten met als gevolg dat deze wervel tegen zenuwen drukt. Dat heeft die afgelopen maanden ook steeds de heftige pijn veroorzaakt.”
Omdat de arts de haard van de kanker nog niet kon vinden, moest Cor vanaf dat moment helemaal plat en zoveel mogelijk stil liggen. De artsen waren door de verpulverde wervel bang dat hij een dwarslaesie zou oplopen. De komende week zou hij met spoed geopereerd worden. “Dit kwam allemaal wel effe rauw op mijn dak. Wat een berichten... Hoe moest het verder? Hoe lang had ik nog te leven? Mijn kinderen, ik zou ze niet zien trouwen, geen kleinkinderen...”
Zo werd het een heftige avond vol emoties en vragen waarop Cor de antwoorden niet wist. “Ik weet nog, dat ik iedereen waar ik die avond contact mee had, vroeg om in ieder geval voor ons te bidden. Ik had zoveel vragen aan God! Ik wist wel zeker, ook al zagen de artsen nu geen oplossing: ik had een God voor wie niets onmogelijk was. Ik kende de verhalen uit de Bijbel van Jezus die mensen genas, ja zelfs uit de dood opwekte. Ik wist dat ook nu, God nog steeds wonderen doet. Maar besefte ook heel goed dat niet mijn wil zou gebeuren maar Zijn wil.”
Het was het begin van een bijzonder weekend. “De zaterdagochtend begon ik in mineur met veel tranen en vragen. Maar ik had ook tijd voor gebed en die middag kreeg ik zo’n overweldigende rust en vertrouwen over mij heen. Ik voelde me zo gedragen en begon tegen iedereen te vertellen en te getuigen van hoe ik mij voelde. Ik was echt intens gelukkig en begon eigenlijk degenen die bij mij op bezoek kwamen te bemoedigen.”
De volgende dag, 1e pinksterdag, werd Cor wakker: “Ik had gelijk het lied in mijn hoofd van M.W. Smith: Let It Rain. Een prachtig lied dat later op die dag weer in mijn gebed terug kwam.” Cor was redelijk vroeg wakker deze morgen. Hij had de computer klaargezet om te luisteren naar de kerkdienst. Omdat hij nog een half uur de tijd had, ontstond bij hem het verlangen nog even te bidden. “Ik weet heel goed, dat ik soms gebeden bid die voor mijn gevoel nog niet het plafond bereiken, maar nu was het anders...” Het was heel intens. Hij bad voor zijn kerkelijke gemeente, voor Opwekking in Biddinghuizen; “Ik zei: Heer, ik weet dat het misschien mijn laatste pinksterdag wordt, maar laat het een Pinksteren worden zoals het voor mij nog nooit is geweest! Dat werd het zeer zeker!” In datzelfde gebed kreeg hij een geweldig bemoedigd beeld voor zich. Zo werd hij ervan overtuigd dat God met hem mee ging. Er volgden dagen vol vertrouwen. “Al wist ik natuurlijk niet hoe het af zou lopen, ik wist wel: God is erbij! Ik had steeds het gevoel van; of het komt goed, of er komen door deze ziekte en getuigenissen anderen tot geloof. Wauw, wat was ik gelukkig!”
Op vrijdag vond de operatie plaats. Er werd een plaat met schroeven vastgezet in de boven en onderliggende wervel. “Toen kukelde ik wel van die blije berg af kan ik zeggen. Het leek wel of ik een brombeer had opgegeten. Ik had veel pijn en was ook geestelijk wel effe in een dipje terecht gekomen.” Na een taaie week van weer proberen te lopen en oefenen, krijgt hij op vrijdagmiddag weer een familiegesprek met de oncoloog. In dat gesprek krijgen ze te horen dat de kanker die in zijn lichaam zit, een ander type blijkt te zijn dan dat in eerste instantie werd gedacht. Door verdere onderzoeken waren ze er achter gekomen dat deze kankersoort zeer zeldzaam is, maar gelukkig wel te behandelen. “Wat waren we happy de peppy, misschien kwam het dan toch nog goed!”
Die namiddag mocht hij een week naar huis om aan te sterken, waarna de chemo en later de bestralingen zouden aanvangen. “In die week heb ik heerlijk kunnen genieten van dierbaren, familie en vrienden.” Op woensdagavond had Cor met vrienden, familie en de voorganger uit de kerk een heerlijke avond waar ze samen mochten zingen en bidden en God mochten vragen of Hij bij Cor wilde zijn en het liefst of Hij hem wilde genezen. Na deze prachtige week begonnen de chemo’s en daarna de bestralingen. “Ik moet eerlijk zeggen, dit was niet de makkelijkste tijd en er waren veel dagen met zware vermoeidheid.” Met hulp van familie, vrienden en de vele bemoedigende kaartjes kwamen ze door deze lastige tijd heen. “We mochten ons in deze periode zeker gedragen voelen door God.”
Drie weken na de laatste chemo’s kreeg Cor opnieuw een PETscan. “Op 9 november zaten we gespannen te wachten tot het moment er was dat de arts ons riep. Het geweldige bericht kwam dat de behandeling heel goed was aangeslagen en dat er geen activiteiten meer waren! Wat waren we dankbaar!”
Cor geeft aan dat hij niet weet of hij door een wonder van God is genezen of dat Hij de artsen en de chemo gebruikt heeft om hem te genezen. “Ik weet alleen wel dat Hij erbij was en ons kracht gaf zoals volgens mij alleen God dat kan geven. Het is alleen maar onverdiende genade dat ik nu nog mag leven, want ik heb ook vaak gebeden en gesmeekt voor genezing van bekenden en daar is zeker niet altijd de uitkomst uitgekomen waarvoor we gebeden hebben, maar wie zijn wij om God de Almachtige te vertellen hoe het allemaal wel zou moeten. Niet onze wil maar Zijn wil zal geschieden ook al begrijpen wij dat niet altijd, maar ik weet wel dat God met ons meegaat, ook al is de reis hier soms niet makkelijk...”


Reageren is niet langer mogelijk.
  • Home
  • Wat geloven wij
  • FAQ
  • Verhalen
  • Blog
  • Wie zijn wij
  • Contact
  • IZG