EerlijkoverGod
  • Home
  • Wat geloven wij
  • FAQ
  • Verhalen
  • Blog
  • Wie zijn wij
  • Contact
  • IZG

God als Grootmeester schaken?

18/7/2018

 
Als jij de Grootmeester schaken tegenover je had zitten, zou Hij weten wat je zou doen voor je ook maar een pion hebt verzet? Of heb je nog een vrije keuze…

Ook genade voor mij!

30/1/2018

 
Foto
"Ik vroeg me vaak af waarom mij dit allemaal moest overkomen? Nooit kreeg ik antwoord, zelfs nu niet, nu God in mijn leven is. Het was genoeg geweest! Genoeg leed, genoeg onbeantwoorde vragen en nooit kreeg ik de liefde waarvan ik vond dat ik er recht op had. Elk mens verdient toch zeker liefde? Waarom ik dan niet? Die dag zou dit allemaal stoppen..."
Terwijl op de achtergrond David Wesley het lied "Bless the lord oh my soul" zingt, spreek ik met een totaal andere David over het rumoerige leven dat hij heeft gekend en de ommekeer van zijn leven vol drugs, criminaliteit en geweld. 
De van oorsprong Rotterdamse David, man van de straat, leefde lange tijd in de duistere wereld vol drugs en geweld. Zijn jeugd kende een onstabiele thuissituatie, waarin geweld en alchol de normaalste zaak van de wereld leken voor de kleine David. 
In zijn tienerjaren was de stap naar drugs dan ook vlot gemaakt en hij dacht daar de leegte in zijn hart mee op te kunnen vullen. Toch heerste in hem regelmatig de vraag waarom nu uitgerekend hem dit alles moest overkomen. 
Ondanks de scheiding van zijn ouders, en de drankproblemen van zijn vader, was hij de grote held van David. "Mijn vader was mijn held, hij leidde een spannend leven. Als je met hem optrok was het nooit saai, al was dat soms een beetje eng. Ik wist dat mijn vader dingen deed die niet mochten, maar ach, dat deed ik zelf ook wel eens. In mijn ogen was mijn papa gewoon stout. dat vond ik stoer en daarom keek ik tegen hem op. Daarmee werd in er in mijn geest een basis gelegd van fout is stoer."
Davey, zoals David genoemd werd, begon op school ruzie te zoeken. "Ruzie zoeken met christelijke kinderen bijvoorbeeld. Gewoon, het feit dat ze christen waren, was voor mij al een reden voor een flinke matpartij."
Davey was nog maar 11 jaar toen hij zelf het nachtleven indook. Samen met zijn vriend jatten en vochten ze, trapten rotzooi, simpelweg omdat het grappig was. Ze gebruikten veel drugs. "Ik gebruikte inmiddels elke dag en was echt verslaafd. Inmiddels was ik van de Speed overgegaan naar Cocaine, XTC en LSD. In totale afhankelijkheid van de drugs bracht ik mijn dagen door. Noem het overleven, noem het zoals je wilt. Daarnaast raakte ik verslaafd aan gokken, roken en drank. Hier had ik veel geld voor nodig en dus pikte ik geld van mijn moeder."
Op zijn 16e begon Davey te werken op een boot. In het weekend dook hij het nachtleven in. waarbij het regelmatig mis ging. Zo ook die ene keer. "We hadden een opstootje. Ik wees iemand terrecht, waarop hij een glas in mijn gezicht stak. Boos als ik was, haalde ik mijn pistool op uit de auto om verhaal te halen. Maar teruggekomen stond een hele groep mij al op te wachten. Het escaleerde in een geweldadige schietpartij. Ik raakte gewond en moet een engel op mijn schouder hebben gehad."
Davey werd ingezet om mensen geld afhandig te maken. Zijn baas had wel eens last van wanbetalers. Hij moest ze pijn doen, geen genade maar betalen! "Vanaf het moment dat ik hiermee begon was ik echt van God los. Als je me toen had verteld dat ik ooit God zou gaan volgen zou ik je keihard uitgelachen hebben" vertelt een grinnikende David. 
Toch moest David nog diep afdalen in de Rotterdamse onderwereld voordat hij geraakt werd door God. "Om me gevoelloos te maken en te harden, werd ik als een woest dier vastgeketend en dienden ze mij stroomschokken toe. Ik werd de meedogenloze vechtmachine en het monster dat ze wilden zien. De duivel had een bondgenoot."
Maar ondertussen voelde David een grote leegte. Die leegte was zo sterk dat hij verschillende malen geprobeerd heeft zelfmoord te plegen. Om zijn toenmalige vriendin een plezier te doen ging David af en toe mee naar de kerk.
Die zondag in augustus 2013 had hij genoeg pillen gespaard om zelfmoord te plegen.  Zijn GSM handeltje die hij opgezet had was inmiddels ook failliet gegaan en hij stortte zich weer volledig in het drugsgebruik omdat hij toch niets meer te verliezen had. Hij had een ouderling van de kerk die bewuste zondag beloofd  mee te gaan naar de kerk. Daar zat hij dan. "Ik hoorde alleen maar David, David, David. Ik werd nog steeds Davey genoemd en reageerde niet op de naam David. Maar nu was het anders. Het was alsof God via deze preek persoonlijk tot mij sprak. Ik kreeg kippenvel over mijn hele lijf en voelde schaamte over alles wat ik fout had gedaan in mijn leven. Schaamte dat ik meer dan 250 pillen klaar had liggen om mijn leven te beeindigen. Ik voelde dat vooral omdat God het rechtstreeks tegen mij had. Ik wist dat Hij er altijd was en altijd voor mij wilde zorgen en Hij wilde dat ik bleef leven! Als God belang had bij het feit dat ik, de foute man, bleef leven en mij dan ook nog een kind van Hem durfde te noemen dan werd het hard tijd dan ik ging bewijzen dat Hij het bij het juiste eind had. Hij was genadig voor mij waar ik dat niet verdiende. Aan het eind van de dienst kwam de dochter van de voorganger naar mij toe en gaf mij een rode bijbel.  Deze ben ik gaan lezen toen ik weer terug was in de kliniek waar ik verbleef. Ik spoelde de pillen door de wc en ben de rode bijbel gaan lezen. Ik heb hem stukgelezen en neem hem tot op de dag van vandaag overal mee naar toe. Hij is het symbool voor mijn band met God, mijn hemelse Vader.  Mijn leven van overleven was voorbij, ik was op weg naar het echte leven in relatie met Hem!"

Benieuwd naar het hele verhaal van David? 
Bestel dan zijn boek Waarom nou ik? Ook voor meer informatie, getuigenis, lezing met thema of voorlichtingen op school en kerk kijkt u op de website:
http://www.waarom-nou-ik.nl


Drie bier als je gaat

30/1/2018

 
Foto
Meteen bij binnenkomst is mijn oog gevestigd op de tattoo die schittert op Pascals bovenarm, het logo van Feyenoord. Trots is hij er zeer zeker niet op. "Het is het symbool van mijn oude leven. Kijk, hier staat het woord legioen. In de bijbel is een legioen een groep demonen. Ik was gebonden aan de religie Feyenoord..."
Zondagen werden gevuld door zijn eigen religie: Feyenoord. Eerst begrijp ik hem niet helemaal. Feyenoord een religie? "Ja" legt Pascal mij al gauw uit. "Kijk, als Rotterdammer leef je voor de club! Wij begonnen de dag rond een uur of tien met het zingen van Feyenoordsliederen, dan vertrokken we richting de Kuip, keken de wedstrijd, aten thuis wat en zette Studio Sport aan om als als afsluiting te kijken naar een praatprogramma over de wedstrijden." 

Op de opleiding journalistiek leerde Pascal een meisje kennen die iedereen voor haar verjaardag uitnodigde. Ze zouden naar een toneelstuk. Dit bleek van de christelijke studentenvereniging Navigators. Na afloop toonden ze een promofilmpje van de Alpha-cursus. "Dit filmpje was echt dodelijk saai. Mensen met grote bloemkoolglazen op hun hoofd, echt daar wilde ik nooit en te nimmer bij horen. Een vriend die ook uitgenodigd was zat naast mij en zag mijn vertrokken gezicht; 'Drie bier als je meedoet aan die cursus!' zei hij." Pascal belde zijn beste vriend Jeff op en vertelde hem over de weddenschap voor drie bier. Of hij ook mee wilde gaan naar die christelijke cursus. "We besloten te gaan, om die mensen daar te bewijzen dat er geen God was." 

Toen ze op de Alpha-cursus kwamen, werd een filmpje getoond van Nicky Gumbel.  "Echt het meest afschuwelijke ever. Wat een onzin! Jezus of God was zogenaamd de waarheid. Jeff en ik wilden bewijzen dat die beste persoon het bij het verkeerde eind had."  Zo begon Pascal met zijn vriend een discussie met de andere cursusgasten. "Vreselijk, met die christenen viel gewoon geen discussie te voeren, want zij smeten met bijbelteksten waarin onze argumenten meteen teniet werden gedaan. Wij stonden met de mond vol tanden en dropen af."
Toch gaven de twee niet op. De tweede bijeenkomst bleek nog afschuwelijker. Al gauw vertrokken ze naar de bar en bestelden twee bier om de kater van die vreselijke cursusavond weg te drinken. "Plots werd ik op mijn schouder getikt. Het meisje dat mij uitgenodigd had voor haar verjaardagsfeest stond naast me. Ik begon vreselijk te zweten en kreeg enorme buikpijn. Toen ben ik naar huis gegaan. Maar ook thuis voelde ik me niet lekker. Ik ging op bed liggen en begon het kleine blauwe bijbeltje die ik van haar had gekregen te lezen."
Twee dagen later zag Pascal zijn vrienden weer in de kroeg en zoals gewoonlijk werd hij dronken. Maar toen hij dronken werd, begon hij tegen zijn vrienden te vertellen dat ze Jezus moesten volgen en dat Hij de waarheid was. "Vrienden dachten dat ik gek geworden was. Zelf geloofde ik dat het beter voor mij was om even niet naar de Alpha-cursus te gaan." 
Toch ging hij een paar weken later weer een poging wagen. Dit keer ging het over genezing. Met een biertje in zijn hand zei hij: "Als God zogenaamd kan genezen, dan moet hij mijn voeten maar genezen. Ik was geboren met klompvoeten en kon vaak niet langer dan een kwartier staan of lopen. Ik vroeg nog aan die gast die wilde bidden of mijn bier nog weggezet moest worden. Maar dat hoefde niet. Want als God mij wilde genezen kon Hij dat ook wel terwijl ik een biertje dronk. Ik kon er wel om lachen."
Die week erna las Pascal het hele nieuwe testament uit. Daarna nog een keer. "Wauw, daar stonden dingen in die ik nooit had verwacht en het leek ook nog te kloppen. Ik was inmiddels denk ik wel overtuigd dat er een God was, maar welke dan? Dus kocht ik boeken over Hindoeïsme, Islam, en Boeddhisme. Want wat geloofden die?" 
Negen weken na de start van de Alpha-cursus floepte het uit zijn mond: "Ik geloof dat de bijbel waar is en dat Jezus leeft en God een levende God is." Maar met dat hij dat gezegd had, zat hij met een dilemma, want de cursus was afgelopen en het meisje van zijn opleiding zou hij de komende weken niet zien omdat het zomervakantie was. Zijn familie en vrienden waren ongelovig dus naar wie kon hij toe met zijn vragen?
Ongeveer twee weken na het einde van de cursus begon hij dan toch maar eens te bidden. "Ik dacht dat ik God hoorde zeggen tegen mij: 'Ik wil dat je je laat dopen'. Dat wilde ik wel maar dat ging niet. Ik dacht erg negatief over een kerk. 'Ik wil niet bij een kerk horen en je moet lid zijn bij een kerk om je te laten dopen.'  antwoordde ik. Toen hoorde ik voor mijn gevoel weer God spreken 'laat je dopen.' Ik was er klaar mee. Ben naar Zuidplein gelopen om daar een nieuwe cd te kopen. Maar na zo'n 500 meter kwam er een man naar mij toe." 
De man vroeg hem of hij in de bijbel geloofde. Dat deed Pascal. De man vroeg of hij zich dan wilde laten dopen. "Dat wilde ik natuurlijk wel, maar ik wilde geen lid worden van hun kerk. Dat was prima en die avond werd ik gedoopt in hun gemeente." 
Pascal bleef twee jaar lid bij de Navigators en gebruikte dit ook als zijn kerk. Elke dinsdag hoorde hij een preek aan en hij ging mee naar evenementen. Daarna kwam hij in een studentenhuis met gelovige jongens. "Door die vrienden ben ik uiteindelijk toch naar een kerk gegaan."
Hoewel hij vrienden en familie is kwijtgeraakt door zijn geloof in God, vindt hij zelf dat God hem ook enorm zegent. "Het is onzin om te zeggen dat alles rozengeur en maneschijn is nu God in mijn leven is, maar ik heb wel de enige echte Waarheid gevonden waar ik onbewust altijd naar opzoek ben geweest. Of nee, dat zeg ik verkeerd, God heeft zich aan mij geopenbaard en ik heb mij voor Hem opengesteld waar ik Hem nog iedere dag dankbaar voor ben."


Hoe moest het verder? Hoe lang had ik nog te leven? Mijn kinderen, ik zou ze niet zien trouwen, geen kleinkinderen...

30/1/2018

 
Foto
Vandaag ontmoet ik Cor, een man van rond de 50 met een enorm blijde uitstraling op zijn gezicht. Terwijl hij op een barkruk zit, kom ik er al snel achter wat deze vader van 2 kinderen heeft moeten doorstaan in de afgelopen 2 jaar...
Cor begint zijn verhaal in 2015. Al geruime tijd heeft hij enorme last van zijn rug. Hij slikt veel pijnstillers om toch maar te kunnen functioneren. Zijn pijn wordt alsmaar heftiger en op Hemelvaartsdag is het niet meer vol te houden. De pijn straalt inmiddels ook uit naar zijn buik. Tevergeefs bezocht hij al een paar keer de huisartsenpost. Hij besluit op 15 mei 2015 naar de huisarts te gaan, die meteen doorheeft dat het niet goed gaat met Cor. Hij wordt direct doorverwezen naar de eerste hulp. Zelf is hij ervan overtuigd dat hij door de vele pijnstillers een maagzweer heeft opgelopen, wat de extreme pijn in zijn buik veroorzaakt. Maar, nadat dit is uitgesloten, heerst er bij Cor verbijstering. Aangezien het geen optie was hem weer met zijn vrouw mee naar huis te sturen, wordt hij opgenomen in het ziekenhuis en komt hij in de malle molen van diverse onderzoeken.
Na 3 dagen van wachten, begint de zaalarts vragen te stellen over hartafwijkingen of kanker binnen de familie. Cor is hier echter niet mee bekend en zijn familie evenmin. Die vraag komt wel binnen bij Cor. Hij wordt onrustig en vraagt of de artsen denken aan kanker. De dokter geeft aan dit niet uit te kunnen sluiten, maar dat er later op de middag een andere arts met hem zal gaan praten die daarin gespecialiseerd is. De arts vertelt dat ze wat verdachte plekjes hebben gezien, maar dat hier verder onderzoek naar gedaan moet worden. “Die middag moest ik worden overgebracht naar de oncologieafdeling. Gelukkig kreeg ik daar een kamer voor mij alleen, waar ik veel familie en vrienden kon ontvangen, maar ook tijd had om mijn zorgen bij God te brengen.”
Na een week met veel onderzoeken, krijgt Cor te horen dat ze aan het eind van de middag met de oncoloog een familiegesprek zullen hebben. “Tot onze ontsteltenis vertelt de oncoloog ons dat ik een agressieve kankersoort heb die niet te genezen is. Het heeft mijn bekken zwaar aangetast. Een rugwervel is aangevreten met als gevolg dat deze wervel tegen zenuwen drukt. Dat heeft die afgelopen maanden ook steeds de heftige pijn veroorzaakt.”
Omdat de arts de haard van de kanker nog niet kon vinden, moest Cor vanaf dat moment helemaal plat en zoveel mogelijk stil liggen. De artsen waren door de verpulverde wervel bang dat hij een dwarslaesie zou oplopen. De komende week zou hij met spoed geopereerd worden. “Dit kwam allemaal wel effe rauw op mijn dak. Wat een berichten... Hoe moest het verder? Hoe lang had ik nog te leven? Mijn kinderen, ik zou ze niet zien trouwen, geen kleinkinderen...”
Zo werd het een heftige avond vol emoties en vragen waarop Cor de antwoorden niet wist. “Ik weet nog, dat ik iedereen waar ik die avond contact mee had, vroeg om in ieder geval voor ons te bidden. Ik had zoveel vragen aan God! Ik wist wel zeker, ook al zagen de artsen nu geen oplossing: ik had een God voor wie niets onmogelijk was. Ik kende de verhalen uit de Bijbel van Jezus die mensen genas, ja zelfs uit de dood opwekte. Ik wist dat ook nu, God nog steeds wonderen doet. Maar besefte ook heel goed dat niet mijn wil zou gebeuren maar Zijn wil.”
Het was het begin van een bijzonder weekend. “De zaterdagochtend begon ik in mineur met veel tranen en vragen. Maar ik had ook tijd voor gebed en die middag kreeg ik zo’n overweldigende rust en vertrouwen over mij heen. Ik voelde me zo gedragen en begon tegen iedereen te vertellen en te getuigen van hoe ik mij voelde. Ik was echt intens gelukkig en begon eigenlijk degenen die bij mij op bezoek kwamen te bemoedigen.”
De volgende dag, 1e pinksterdag, werd Cor wakker: “Ik had gelijk het lied in mijn hoofd van M.W. Smith: Let It Rain. Een prachtig lied dat later op die dag weer in mijn gebed terug kwam.” Cor was redelijk vroeg wakker deze morgen. Hij had de computer klaargezet om te luisteren naar de kerkdienst. Omdat hij nog een half uur de tijd had, ontstond bij hem het verlangen nog even te bidden. “Ik weet heel goed, dat ik soms gebeden bid die voor mijn gevoel nog niet het plafond bereiken, maar nu was het anders...” Het was heel intens. Hij bad voor zijn kerkelijke gemeente, voor Opwekking in Biddinghuizen; “Ik zei: Heer, ik weet dat het misschien mijn laatste pinksterdag wordt, maar laat het een Pinksteren worden zoals het voor mij nog nooit is geweest! Dat werd het zeer zeker!” In datzelfde gebed kreeg hij een geweldig bemoedigd beeld voor zich. Zo werd hij ervan overtuigd dat God met hem mee ging. Er volgden dagen vol vertrouwen. “Al wist ik natuurlijk niet hoe het af zou lopen, ik wist wel: God is erbij! Ik had steeds het gevoel van; of het komt goed, of er komen door deze ziekte en getuigenissen anderen tot geloof. Wauw, wat was ik gelukkig!”
Op vrijdag vond de operatie plaats. Er werd een plaat met schroeven vastgezet in de boven en onderliggende wervel. “Toen kukelde ik wel van die blije berg af kan ik zeggen. Het leek wel of ik een brombeer had opgegeten. Ik had veel pijn en was ook geestelijk wel effe in een dipje terecht gekomen.” Na een taaie week van weer proberen te lopen en oefenen, krijgt hij op vrijdagmiddag weer een familiegesprek met de oncoloog. In dat gesprek krijgen ze te horen dat de kanker die in zijn lichaam zit, een ander type blijkt te zijn dan dat in eerste instantie werd gedacht. Door verdere onderzoeken waren ze er achter gekomen dat deze kankersoort zeer zeldzaam is, maar gelukkig wel te behandelen. “Wat waren we happy de peppy, misschien kwam het dan toch nog goed!”
Die namiddag mocht hij een week naar huis om aan te sterken, waarna de chemo en later de bestralingen zouden aanvangen. “In die week heb ik heerlijk kunnen genieten van dierbaren, familie en vrienden.” Op woensdagavond had Cor met vrienden, familie en de voorganger uit de kerk een heerlijke avond waar ze samen mochten zingen en bidden en God mochten vragen of Hij bij Cor wilde zijn en het liefst of Hij hem wilde genezen. Na deze prachtige week begonnen de chemo’s en daarna de bestralingen. “Ik moet eerlijk zeggen, dit was niet de makkelijkste tijd en er waren veel dagen met zware vermoeidheid.” Met hulp van familie, vrienden en de vele bemoedigende kaartjes kwamen ze door deze lastige tijd heen. “We mochten ons in deze periode zeker gedragen voelen door God.”
Drie weken na de laatste chemo’s kreeg Cor opnieuw een PETscan. “Op 9 november zaten we gespannen te wachten tot het moment er was dat de arts ons riep. Het geweldige bericht kwam dat de behandeling heel goed was aangeslagen en dat er geen activiteiten meer waren! Wat waren we dankbaar!”
Cor geeft aan dat hij niet weet of hij door een wonder van God is genezen of dat Hij de artsen en de chemo gebruikt heeft om hem te genezen. “Ik weet alleen wel dat Hij erbij was en ons kracht gaf zoals volgens mij alleen God dat kan geven. Het is alleen maar onverdiende genade dat ik nu nog mag leven, want ik heb ook vaak gebeden en gesmeekt voor genezing van bekenden en daar is zeker niet altijd de uitkomst uitgekomen waarvoor we gebeden hebben, maar wie zijn wij om God de Almachtige te vertellen hoe het allemaal wel zou moeten. Niet onze wil maar Zijn wil zal geschieden ook al begrijpen wij dat niet altijd, maar ik weet wel dat God met ons meegaat, ook al is de reis hier soms niet makkelijk...”

  • Home
  • Wat geloven wij
  • FAQ
  • Verhalen
  • Blog
  • Wie zijn wij
  • Contact
  • IZG